Pensioenfondsen met goede cijfers op weg naar nieuwe stelsel

De vijf grootste pensioenfondsen van Nederland, waaronder ABP, PMT en PME, stonden er eind tweede kwartaal van dit jaar beter voor. Dit hadden ze vooral te danken aan stijgende rentes, terwijl de inkomsten uit beleggingen juist wat tegenvielen. In het nieuwe pensioenstelsel zijn het juist beleggingsresultaten die zwaarder wegen. Hoe zit dat?

Dekkingsgraad pensioenfondsen uitgangspunt
De dekkingsgraad van een pensioenfonds geeft aan hoeveel vermogen het fonds heeft in verhouding tot zijn toekomstige pensioenverplichtingen. Dit wordt berekend door de totale waarde van alle bezittingen te delen door de waarde van alle pensioenuitkeringen in de toekomst. Een dekkingsgraad van 100% betekent dat het fonds precies genoeg middelen heeft om aan al zijn verplichtingen te voldoen. Bij een hogere dekkingsgraad heeft het fonds een buffer, terwijl een dekkingsgraad onder de 100% een tekort aangeeft.

Stijgende dekkingsgraden grootste pensioenfondsen
Alle vijf grote pensioenfondsen, waar miljoenen Nederlanders hun pensioen opbouwen, zagen hun dekkingsgraden iets stijgen. De dekkingsgraad geeft aan hoeveel vermogen een fonds heeft in verhouding tot zijn toekomstige verplichtingen. Een hogere dekkingsgraad betekent dat het fonds financieel gezonder is.

Bij ABP, het pensioenfonds voor ambtenaren, steeg de dekkingsgraad van 112,9% eind maart naar 115,6% eind juni. Dit betekent dat voor elke 100 euro aan pensioenverplichtingen, ABP 115,60 euro in kas heeft.

Ook andere fondsen staan er beter voor
Ook zorgpensioenfonds PFZW zag de dekkingsgraad stijgen naar 110,2%. De metaalfondsen PMT en PME noteerden verbeteringen naar respectievelijk 109,8% en 114,8%. BpfBOUW deed het nog beter met een dekkingsgraad van maar liefst 128,40%.

Rente versus beleggingen
In het aankomende pensioenstelsel wordt de hoogte van het pensioen minder beïnvloed door de rente en wegen beleggingsresultaten zwaarder mee dan nu. Wanneer pensioenfondsen verlies lijden op hun beleggingen, zullen de pensioenen sneller dalen. Daarentegen zullen ze in goede beursjaren sneller stijgen.
Daarnaast hoeven pensioenfondsen in de toekomst minder grote buffers aan te houden. Dit biedt fondsen de mogelijkheid om iets risicovoller te beleggen, wat kan leiden tot hogere winsten op de beurs. De vraag is hoe dit in de praktijk uit gaat pakken, zeker nu de aandelenbeurzen op een historisch hoog niveau staan.

Over naar het nieuwe pensioenstelsel
Alle pensioenfondsen moeten uiterlijk in 2028 de overstap naar het nieuwe stelsel hebben afgerond. Het ABP plant deze overgang begin 2027, terwijl de andere vier fondsen dit al begin 2026 willen regelen. Voor het einde van dit jaar moeten de fondsen hun plannen voor deze overgang presenteren.

Nog een wijziging is dat er minder wordt uitgegaan van één totaal pensioenvermogen dat een fonds beschikbaar heeft. In plaats daarvan wordt het meer verdeeld over de pensioenpotjes van individuele deelnemers. De fondsen moeten hier rekening mee houden bij hun plannen.

Meer weten of persoonlijk advies?

Persoonsgegevens
Vraag/opmerking

Schulz Financiële Diensten maakt gebruik van cookies op haar website Accepteren Meer informatie