Toetsrente voor hypotheek met kortlopende rentetermijn blijft 5 procent

Als je een hypotheek afsluit met een rentevaste periode korter dan tien jaar, krijg je te maken met de toetsrente. Dit is de rente waarmee banken en andere geldverstrekkers jouw maximale hypotheek berekenen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelt ieder kwartaal de toetsrente vast. Voor het 4e kwartaal van dit jaar blijft deze, net als de afgelopen jaren, 5 procent. Maar waarom blijft de toetsrente zo hoog, terwijl de daadwerkelijke rente lager is?

Toetsrente hoger dan hypotheekrente
Op dit moment kun je een hypotheek met een rentevaste periode van vijf jaar afsluiten tegen een rente van circa 3,5 procent. Dit is aanzienlijk lager dan de 5 procent die als toetsrente wordt aangehouden bij het berekenen van jouw maximale hypotheek. In de afgelopen tijd is de gemiddelde hypotheekrente gestabiliseerd, om vervolgens licht te dalen. Desondanks blijft de toetsrente gelijk.

Wanneer geldt de toetsrente?
De toetsrente is alleen van toepassing op hypotheken met een rentevaste periode korter dan 10 jaar, waaronder ook hypotheken met een variabele rente vallen. Kies je voor een langere rentevaste periode, dan mogen geldverstrekkers de daadwerkelijke rente gebruiken voor het bepalen van jouw maximale hypotheek. De gedachte hierachter is dat een rente die langer vaststaat minder gevoelig is voor schommelingen. Eventuele rentestijgingen hebben hierdoor minder impact op jouw maandlasten.

Overheid bepaalt minimale toetsrente
De AFM ontvangt rentes van de zes grootste hypotheekaanbieders in Nederland. Vervolgens wordt met deze gegevens een gewogen gemiddelde berekend, dat weer gebruikt wordt als basis voor de toetsrente. De overheid heeft echter bepaald dat de toetsrente minimaal 5 procent moet zijn, zelfs als het gemiddelde lager uitvalt. Dit verklaart het grote verschil tussen de werkelijke rente en de toetsrente voor hypotheken met een korte rentevaste periode.

Waarom bestaat de toetsrente?
De toetsrente is in het leven geroepen om huizenkopers te beschermen tegen het afsluiten van te hoge leningen en de gevolgen van eventuele rentestijgingen. Eén van de regels is dat je maximaal 100 procent van de woningwaarde mag lenen, tenzij je energiebesparende maatregelen doorvoert. Ook de toetsrente fungeert als een soort vangnet. Er wordt namelijk gerekend met een hogere rente dan je daadwerkelijk betaalt op het moment dat je de hypotheek afsluit. Dit zorgt voor een buffer als de rente stijgt. Zo is de kans kleiner op financiële problemen wanneer je rentevaste periode afloopt en je tegen een hogere rente moet verlengen.

Korte versus langere rentevaste periode
Een hypotheek met een korte rentevaste periode kan aantrekkelijk zijn vanwege de lage rente, maar brengt wel risico’s met zich mee. Na afloop van de periode kan de rente stijgen, wat leidt tot hogere maandlasten. De toetsrente is juist ingevoerd om je hiervoor te beschermen. Dit maakt een langere rentevaste periode niet meteen de beste optie in iedere situatie. Je profiteert bijvoorbeeld niet, of minder snel, bij een daling van de rente. Daarnaast is een kortlopende of variabele rente doorgaans lager, omdat de geldverstrekker het risico op een rentestijging niet in hoeft te calculeren.

Wil je weten welke rentevaste periode het beste bij jouw situatie en wensen past? We nemen graag alle eigenschappen van verschillende rentevaste periodes met je door. Neem hiervoor vrijblijvend contact met ons op via het onderstaande formulier.

Meer weten of persoonlijk advies?

Persoonsgegevens
Vraag/opmerking

Schulz Financiële Diensten maakt gebruik van cookies op haar website Accepteren Meer informatie